Reclame Code Commissie tolereert geen wetenschap
vanuit het perspectief van de ongeborene
Toen Martin de Jong van SGP-jongeren in 2013 hoorde dat de Reclame Code Commissie zijn klacht over een spotje van Second Love niet in behandeling wilde nemen, zei hij teleurgesteld: āWanneer zelfs het stoken in goede huwelijken niet meer in strijd is met de goede smaak en het fatsoen, wat dan nog wel?ā. Het antwoord op die vraag gaf de commissie afgelopen week impliciet: het presenteren van een wetenschappelijk feit in de discussie rondom abortus.
De elite monopolie op kennis
In tegenstelling tot de klacht over Second Love, een website die mensen helpt bij vreemdgaan, werd een klacht over een pro-life spotje van het platform Zorg voor Leven wel in behandeling genomen. De klaagster kreeg zelfs gelijk: het wetenschappelijke feit, dat het hartje van een ongeboren mens al na drie weken begint te kloppen, kan door (jonge) vrouwen verkeerd worden geĆÆnterpreteerd en is daarmee misleidend, aldus de klaagster. Deze denigrerende conclusie, waarmee zij impliceert dat vrouwen niet slim genoeg zijn en als weerloze slachtoffers in de val lopen van sluwe christenen met hun wetenschappelijke feiten omtrent embryologische anatomie, zegt veel over de totalitaire glijbaan waarop het Westen zich momenteel bevindt. āDenk jij maar niet zelf na, meid, dat is veel te moeilijk. Straks schrik je nog van deze informatie.ā
Omdat artsen tijdens gesprekken met zwangere moeders rekenen vanuit de beleving van de vrouw, kunnen zij volgens de klaagster bij het luisteren naar dit radiospotje denken dat het hartje al klopt vanaf 3 weken na de eerste dag van de laatste menstruatie. Maar een radiospotje is geen gesprek bij de huisarts. Het spotje haakt aan bij een maatschappelijke discussie en de makers mogen zelf bepalen of ze rekenen vanuit het perspectief van de moeder of het ongeboren kind. Want waarom zou je het mensen verbieden om feiten te presenteren vanuit het door hun gekozen mikpunt? Wetenschappers berekenen het ontstaan van organen in het lichaam van een ongeboren wezen vanaf het moment dat het wezen zelf bestaat en dat is de bevruchting. Een andere manier van meten zou in dit geval absurd zijn. Zorg voor Leven doet exact hetzelfde en toch meent de Commissie dat zij met deze insteek een ontoelaatbare fout maakt. Maar is dat zo? Voor mij is het duidelijk dat de makers het verloren leven van de ongeboren mens willen benoemen, zodat luisteraars een morele analyse kunnen maken op basis van wetenschappelijke feiten. Dit is immers het fundament van de pro-life positie.
Bovendien impliceert de klacht dat er een hele andere conclusie uit zou rollen wanneer men bijvoorbeeld 6 weken noemt als moment waarop het hartje klopt. Met of zonder een volledig begrip van het radio spotje verandert er niets aan de realiteit van het argument zelf. Of men nu gelooft dat het hartje na 3 of 6 weken begint te kloppen doet aan de eindsom niets af. Daarom komt de klacht niet helemaal over als een redmiddel voor goedgelovige jonge vrouwen, maar meer als een manier om de veel sterkere pro-life argumentatie voor de voeten te lopen waar het kan. De Commissie ging vervolgens snel overstag.
Het verbod maakt dan ook duidelijk hoe weinig erkenning men durft te geven aan het vertrekpunt van de pro-life filosofie. Ieder ander perspectief dan het lichaam en de ervaring van de moeder is kennelijk verkeerd. Wat hen betreft doet pro-life simpelweg niet mee met de discussie, waardoor ook het ongeboren wezen volledig buitenspel staat in een debat dat letterlijk gaat over zijn of haar leven. Ergens is dat begrijpelijk, want ze kunnen niet anders. Het grote publiek openstellen voorĀ pro-life argumenten zou voor de pro-choice positie neerkomen op intellectuele zelfmoord, aangezien deze zich zelf nauwelijks rationeel manifesteert met haar streven naar minder wetenschap en meer emotie.
Meer kennis is minder pro-choice macht
Omdat de klaagster de reclamespot zelf prima begreep, lijkt ze met haar bezwaar te stellen dat andere mensen niet zo slim zijn. Maar als mensen de feiten in de spot verkeerd kunnen begrijpen, zou een verantwoordelijke Reclame Code Commissie juist blij moeten zijn, omdat het mensen naar een hoger kennisniveau kan tillen. Mensen kunnen zich afvragen: “Menen ze dit nou?” om vervolgens zelf op onderzoek uit te gaan en te constateren dat het hartje inderdaad 3 weken na de bevruchting al klopt. De paradox is dan ook dat die verbazing voor een groot deel bestaat omdat kennis over dit onderwerp al veel langer wordt verzwegen. Maar nee, zo suggereert de commissie met haar oordeel, de mensen die onwetend zijn over de feiten moeten dat vooral blijven. Het oordeel komt over alsof je een spotje tegen pedofilie afkeurt omdat de kreet “van kinderen blijf je af” kan worden opgevat als een oproep om je eigen kind nooit op te tillen. Het oordeel is in onze ogen net iets te gezocht om serieus te nemen.
Het contrast tussen Second Love en Zorg voor Leven is treffend. De ene organisatie wordt gemotiveerd door geld en hun product ondermijnt het traditionele gezin, terwijl studie aantoont dat kinderen van gescheiden ouders een grotere kans hebben op allerlei langetermijnproblemen. De ander geeft geld uit om het stabiele gezin te stimuleren en beschouwt ongeboren kinderen als voltallige leden van de familie. Aan welke boodschap de samenleving volgens de Reclame Code Commissie wel en niet mag worden blootgesteld, is helder.
Of het platform Zorg voor Leven de beslissing moet aanvechten, is de vraag. Misschien doet zij er goed aan om de bewuste zin in het spotje te veranderen van 3 naar 6 weken. Die boodschap is even prikkelend en kan niet omwille van voortschrijdende onwetendheid onder het volk worden afgekeurd. Althans, daar gaan we vooralsnog van uit.
Wat betreft het abortusdebat zelf kunnen we kort zijn: Een toekomst is ons allemaal gegund. Niemand weet hoeveel je ervan krijgt, maar we mogen persoonlijk over die toekomst beschikken. Ook als we er nog niet over hebben kunnen dromen.