De Opstanding van Jezus vanuit Historisch Oogpunt
(De hoeksteen van onze hoop)
Vandaag gaan we het hebben over de opstanding van onze Meester en Bewaarder van onze zielen, Jezus Christus. We hebben het vaak over de kruisiging en de plaatsvervangende dood van Jezus. Al is die natuurlijk ook ontzettend belangrijk, niets is zo belangrijk als de opstanding. De opstanding is namelijk de hoeksteen van onze hoop. Wij hopen namelijk ook zelf uit de dood te worden gewekt, net als Jezus dat heeft gedaan. Maar als Hij niet is opgestaan uit de dood, wat voor hoop hebben wij dan om ook uit de dood te worden gewekt? De belofte van onze opstanding hangt samen met dat van Gods Zoon. Als Hij niet uit de dood is opgestaan, hoe kunnen wij dan hopen op een opstanding door Hem? Zoals Paulus dat heel goed verwoordt:
Wanneer de doden niet worden opgewekt, is ook de Messias niet opgewekt. Maar als de Messias niet is opgewekt, is uw geloof nutteloos, bent u nog een gevangene van uw zonden en worden de doden die de Messias toebehoren niet gered. Als wij alleen voor dit leven op de Messias hopen, zijn wij de beklagenswaardigste mensen die er zijn. Maar de Messias is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen. (1 Korinthiers 15:16-19)
Mensen denken vaak dat de opstanding puur een geloofskwestie is zonder dat er enig bewijs voor is en je gewoon aanneemt dat wat er in de Bijbel staat een pure kwestie is waar van uit wordt gegaan dat het waar is. Maar is dat ook werkelijk zo? Als wij naar de historische documenten kijken, wat komt er dan tevoorschijn over dit onderwerp?
Wij zullen het Nieuwe Testament als historische documenten behandelen, en niet als heilige teksten. We gaan dus niet in op details die theologisch beladen zijn, maar we gaan puur kijken naar de historische waarden van de Evangeliën en de brieven van de apostelen. Als wij kijken naar historische gebeurtenissen, dan gaan we altijd uit van de oudste bron, dus de bron die het dichtst bij de gebeurtenissen staat die het beschrijft. Als wij de opstanding willen onderzoeken gaan wij dus naar het Evangelie van Marcus, die volgens historici als eerste van de evangeliën is geschreven. Volgens historici, kunnen we de volgende data, die in de evangeliën staan, als historisch feit beschouwen:
- Zijn dood door kruisiging
- Zijn begrafenis
- Zijn lege graf
- Zijn verschijningen na zijn dood
- De oorsprong van het geloof van de apostelen
Deze 5 gebeurtenissen moeten tot de beste verklaring leiden voor de samenhang van deze gebeurtenissen. Maar de vraag is: welke verklaring is de juiste verklaring die al deze punten naadloos aan elkaar kan linken, zonder moeilijke hersenspinsels en vergezochte interpretaties te verzinnen? Laten we deze 5 punten van dichtbij bekijken.
- Jezus’s dood door kruisiging
De enigen die dit tegenspreken zijn die-hard sceptici, die zover gaan dat zij zelfs ontkennen dat Jezus ooit heeft bestaan. Wat niet bestaat, kan dus ook niet worden gekruisigd. De tweede groep die dit ontkent zijn (uiteraard) Moslims, omdat de Koran dat nu eenmaal zegt (in Soera 4:157).
De Koran komt echter 600 jaar na de kruisiging tot stand en spreekt alle historische informatie tegen die uit de eerste eeuw bekend is. Historisch gezien is de Koran dus onbetrouwbaar. Jezus’s dood door kruisiging onder Pontius Pilatus wordt beschreven door vele historici als de meest zekere gebeurtenis uit de oudheid. Er is geen enkele vooraanstaande historicus die ook maar twijfelt aan de dood van Jezus door kruisiging.
Vooraanstaande historici beschrijven deze gebeurtenis als volgt:
“[hierover] is geen discussie mogelijk” (Gerd Ludeman)
“historisch zeker” (Pinechas Lapide)
“zo zeker als iets historisch kan worden vastgesteld” (John Dominique Crossan)
We hebben naast de documenten uit het Nieuwe Testament ook andere bronnen. Polycarpus, die een leerling van de apostel Johannes was, schrijft over de kruisiging van Jezus. Thalus, een Romeinse historicus, probeert in het jaar 52 na Christus de duisternis te verklaren die tijdens de kruisiging over het land kwam (zoals de Bijbel dit ook beschrijft). Josephus schreef in de eerste eeuw dat Jezus is veroordeeld en gekruisigd onder Pontius Pilatus. Er is meer historisch bewijs voor de kruisiging van Jezus dan voor welke andere gebeurtenis uit de Oudheid dan ook. Als iemand dit bewijs wil verwerpen dan moeten ze erkennen dat we niets weten over de Oudheid. Op basis hiervan kunnen we gerust stellen dat de dood door kruisiging buiten elke discussie staat en dat de kruisiging historisch vaststaat.
- Jezus’s begrafenis
De begrafenis van Yosef ha’Armati (Josef van Arimathea) wordt ook gezien als iets dat historisch betrouwbaar is. Om het simpele feit dat Jezus onder de prominente leden van de Sanhedrin (de Joodse Raad) vele tegenstanders had. Het zou ondenkbaar zijn dat deze Yosef, zoals sommigen beweren, een verzonnen figuur zou zijn. Dit document is namelijk geschreven tijdens het leven van de personen die in de Evangeliën worden genoemd. Was Yosef een verzonnen figuur dan waren de auteurs van de Evangeliën zeker door de mand gevallen. Ook zou iemand van de grotendeels vijandige Sanhedrin het niet voor Jezus opnemen. En als dit verzonnen zou zijn, dan had zo iemand makkelijk en zelfs heel graag deze bewering willen ontkrachten. Om deze redenen zijn vele historici van mening dat deze gebeurtenis historisch betrouwbaar is.
- Jezus’ lege graf
Het lege graf wordt ook gezien als historisch betrouwbaar en wordt gesteund door misschien wel het sterkste argument voor historisch onderzoek. Dit argument heet “the argument from embarrassment” of wel “het argument vanuit verlegenheid”. Dit argument werkt als volgt: Iemand die een verhaal verzint over zijn held, zal nooit een verhaal verzinnen dat zijn held te schande maakt. Hij zal altijd proberen om zijn held en de omstandigheden van zijn held zo goed mogelijk neer te zetten met het doel om hem feilloos te laten lijken. En wij vinden in het verhaal over het graf juist een detail dat hieraan voldoet. Het graf werd namelijk leeg gevonden door vrouwen! Vrouwen werden in die tijd niet gezien als betrouwbare getuigen. Zo werd het getuigenis van een vrouw in de rechtspraak in die tijd niet als betrouwbaar gezien, behalve in bepaalde zaken, die wij nu niet gaan bespreken. Dus concluderen historici dat als de evangeliën dit verhaal zouden verzinnen, dan zouden ze juist geen vrouwen bij het graf plaatsen, maar iemand als bijvoorbeeld Petrus of Jacobus of een van de apostelen of misschien wel een groep uit de apostelen. Maar in plaats daarvan plaatsen zijn vrouwen bij het lege graf. Ten tweede, het evangelie heeft geen buitengewone en duidelijk fictieve details. Buiten de verschijning van de engelen, is het verhaal heel simpel en sober. Men hoeft dit maar te vergelijken met het verhaal uit de verzonnen Evangeliën uit de tweede eeuw en daarna. Je hebt in die evangeliën allerlei duidelijk opgeblazen verhalen, zoals engelen met supergrote hoofden, een zwevende Jezus, pratende kruizen enzovoorts.
Ten derde, als wij naar het evangelie van Mattheus kijken, zien wij de vroegste Joodse reactie tegen de leer van de apostelen dat Jezus uit de dood was opgestaan. We zien dit in Mattheus 28:11-15, waar de reactie van de Sanhedrin is ‘Zeg maar: “Zijn leerlingen zijn ’s nachts gekomen en hebben hem heimelijk weggehaald terwijl wij sliepen.”. Deze reactie wijst op een leeg graf. Want als het graf niet leeg was en de apostelen rondgingen om te vertellen dat Jezus was opgestaan, dan lag een heel eenvoudig antwoord van de Sanhedrin voor de hand: Men had simpelweg de soldaten kunnen optrommelen en naar het graf kunnen sturen en hadden het lichaam uit het graf getrokken en zo door heel Jeruzalem gereden zodat iedereen kon zien dat het lichaam nog bij hen was. Maar dat is niet gebeurd.
Sommigen mensen werpen tegen dat het feit dat alleen Mattheus bewakers bij het graf had staan wijst op een verzinsel van hem. Maar ook dit gaat niet op. Mattheus zegt namelijk over de reactie van het Sanhedrin: “En tot op de dag van vandaag doet dit verhaal onder de Joden de ronde.” Mattheus zou zichzelf in de vingers snijden als hij dit zou verzinnen. Het feit dat hij zegt dat het verhaal “tot op de dag van vandaag” onder de mensen verspreid is, wijst erop dat mensen bekend waren met dat argument dat al lang werd gebruikt tegen de beweringen van de apostelen. Als Mattheus het verzonnen zou hebben, dan zouden de mensen in zijn tijd zeggen “waar heb jij het nou weer over? Wij hebben dit verhaal nog nooit gehoord”. Het feit dat hij dit verhaal linkt naar zijn eigen omgeving in zijn eigen tijd, geeft aan dat het echt nog werd gebruikt in zijn tijd en dat hij wijst naar de bron van dit argument.
- Zijn verschijningen na zijn dood
Op verschillende tijden en verschillende plaatsen beweerden verschillende mensen dat ze Jezus levend gezien hebben. Paulus somt ze op in 1 Korintiërs 15-5-8:
“en dat hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf leerlingen. Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. Vervolgens is hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen. Pas op het laatst is hij ook aan mij verschenen, aan het misbaksel dat ik was.”
Het grote aantal gebeurtenissen in deze opsomming maakt dat historici deze opsomming erkennen als betrouwbaar. Maar zij schrijven ze wel toe aan hallucinaties of visioenen. Het is echter ondenkbaar om dit aan hallucinaties toe te schrijven. Iets dat op zo’n grote schaal, onder zoveel verschillende omstandigheden en door zoveel verschillende personen wordt gezien is tot op de dag van vandaag door medici uitgesloten. Ik kan me al voorstellen, dat de apostelen na de opstanding bij elkaar kwamen en allemaal zaten te hallucineren. Dat Johannes tegen Tomas zegt “hé, ik zie Jezus, zie je hem ook?” en Tomas zegt “Ja man! Helemaal spacen!”. Nu is dit wel een beetje op een treiterende manier neergezet, maar de strekking van het verhaal is hetzelfde. De apostelen hadden van tevoren geen enkele wens of verlangen naar een opstanding van Jezus. Ze werden zelfs op hun vingers getikt omdat ze zelfs nog twijfelde bij de verschijning van de Heer nadat hij hen had verteld over zijn opstanding.
Daarnaast hebben we ook te maken met Paulus en Jakobus, de broer van de Heer. Zij geloofden niet eens in Jezus toen hij leefde. Paulus was zelfs vijandig en vervolgde de gelovigen. Maar ook zij beweerden Jezus gezien te hebben als “vijandige getuigen” en ook zij zijn uiteindelijk gestorven voor hun geloof in de opstanding van de Heer. Zij hadden dus helemaal geen wens om in Jezus zijn beweringen over zichzelf te geloven, laat staan in zijn opstanding. Er is bovendien, tot aan deze tijd toe, geen enkele geval bekend van hallucinaties van precies hetzelfde fenomeen die plaatsvinden door meerdere mensen, op verschillende locaties, onder verschillende omstandigheden met verschillende soorten getuigen, vriendelijk en vijandig. Een dergelijke collectieve hallucinatie is simpelweg niet mogelijk. De verschijningen na de dood van Gods Zoon zijn nauw verbonden met de volgende gebeurtenis.
- De oorsprong van het geloof van de apostelen
Als we de evangeliën nalezen en we kijken naar de apostelen, dan zien we een stel mannen die als de dood waren voor de Sanhedrin en de Romeinse autoriteiten. Zij keerden hun Heer Jezus dan ook de rug toe op het moment dat hij werd gearresteerd. Toen hij gevangen werd verlieten zij hem massaal. Toen iemand Petrus herkende als een discipel van Jezus en hij hierop werd aangesproken ontkende hij zelfs drie keer dat hij Jezus kende. Na de dood van Jezus schuilden ze allemaal in een ruimte waar niemand hen kon vinden. Maar plotseling, na de verschijningen van Jezus aan hen, gingen ze erop uit en stonden ze voor iedereen een boodschap te preken die hun gevangenschap, geseling of de dood kon betekenen. Wat is er gebeurd dat zij ineens een houding van 180 graden hebben gemaakt en moedige verkondigers van het Evangelie werden die werkelijk en oprecht geloofden waarvan zij getuigen zeiden te zijn? Hoe verklaar je dit?
Sommige mensen zeggen dat zij door de “hallucinaties” over Jezus deze houding hebben aangenomen. Maar hallucinaties en visioenen over iemand die gedood is bewijzen juist niet dat die persoon LEEFT maar dat hij DOOD is! En de apostelen gingen rond met de boodschap “JEZUS LEEFT!”. En zij deden dit terwijl zij geen enkele reden of vooroordeel hadden om dit te geloven. Hoe vaak werden zij niet gewezen door Jezus dat hij sterven zou en weer zou opstaan uit de dood? Toen Jezus aan hen verscheen twijfelden ze nog steeds. Zij waren geen van allen goedgelovig. Maar plotseling sloegen ze allemaal tegelijk om en trotseerden ze zelfs de dood. Om te zeggen dat ze het allemaal maar verzonnen is ook geen goede verklaring, want ze zijn allemaal als martelaars gestorven, op Johannes na.
Nu zijn er veel mensen die sterven “voor de goede zaak”, maar het verschil is dat martelaars sterven voor wat zij geloven dat waar is en niet voor wat zij weten dat een leugen is. Als de apostelen dit allemaal verzonnen, zouden zij dus sterven voor iets waarvan zij heel goed wisten dat gewoon niet waar was: Leugenaars maken nou eenmaal slechte martelaars. Nu zouden 1 of 2 hiertoe misschien wel toe bereid zijn, maar allemaal? Het andere verschil met een “gewone” martelaar is dat deze gelooft dat iets waar is zonder gezien te hebben. De apostelen hebben gezien en weten daarom wat waar is. En daarom mogen wij het ook weten.
Daarnaast hebben we ook de theologische redenen. Waarom gingen ze een gedode en opgestane Messias verkondigen? Ten eerste geloofden ze in het Jodendom niet dat de Messias gedood zou worden. Een gedode Messias was voor hen net zo logisch als een getrouwde vrijgezel of een vierkante cirkel. Volgens de Talmoed is de Moshiach Ben David een Messias die vrede brengt wanneer hij komt, zal hij het koningschap van Israel herstellen en zal er universele kennis van God zijn over de hele aarde, wat dus vrede op aarde betekent. Maar de apostelen predikten een gedode Messias, geheel in tegenstelling tot wat hen van tevoren was geleerd. Ook is het vreemd dat de apostelen de opstanding predikten. Volgens het Jodendom gebeurt er geen opstanding uit de doden, totdat de Messias op aarde regeert. En ook dan is de opstanding uit de doden een massaal gebeuren en geen individuele opstanding. Maar de apostelen deden juist ook hier het tegenovergestelde. De opstanding uit de doden was niet wanneer de Messias regeerde en de opstanding was niet universeel, maar individueel. Waarom verkondigden zij deze boodschap, dat compleet tegen de algemene leer in die tijd ging en ook nog gelogen zou zijn volgens de gevestigde orde, met het vooruitzicht op vervolging? Mensen liegen om ergens beter van te worden. Maar voor de apostelen was er geen verbetering. Alleen maar verslechtering. Tenzij wat zij verkondigden ook echt gebeurd is!
Conclusie
Zo zien wij dan het volgende: De opstanding is de beste verklaring van deze 5 historische feiten die volgens historisch onderzoek zijn vastgesteld. Iedere andere poging om deze punten op een andere manier te verklaren roept meer vragen op dan dat ze beantwoorden. Alle alternatieve natuurlijke verklaringen lopen stuk op één of meerdere punten en deze kunnen ze niet ophelderen. De opstanding brengt al deze gebeurtenissen naadloos bij elkaar.
Veel historici beten zich hierop stuk en erkenden Jezus als hun Heer op basis van hun historisch onderzoek. Eén van die mensen, de bekende Britse historicus N.T. Wright, bekende hierom:
“Daarom kan ik, als een historicus, de opkomst van het vroege Christendom niet anders verklaren tenzij Jezus weer opgestaan is, en achter Zich een leeg graf overliet.”
De opstanding is niet slechts een kwestie van geloof. We kunnen het historisch onderzoeken en conclusies trekken op basis van de data. De vroegste geloofsbelijdenis van de apostelen wordt door historici gedateerd op een paar maanden tot vijf jaar na de opstanding. Wij vinden deze ook in 1 Korinthiers 15:3-4:
“Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat de Messias voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat,”
Historie bevestigt dit credo en zo zeggen wij samen met Sha’ul:
Mara na, ta! (Kom toch, Heer!)
Hij is opgestaan. Amen!