Een cumulatieve case voor de Drie-eenheid
Deel IV: De Heilige Geest
Een van de meest onderbelichte onderwerpen is de status van de Heilige Geest wanneer men spreekt over de Drie-eenheid. Er zijn veel meningen over wie of wat de Heilige Geest nou is. Is de Geest een Persoon of is de Geest een kracht of slechts de nabijheid van God. Wij hebben al gezien in deel 1 van deze serie dat er in de Tenach door de vaderen wordt getuigd dat zij niet geloofden in een unitarisch concept van God. Zij geloofden dat YHWH één is, maar tegelijkertijd dat YHWH een samengestelde eenheid is. In deel 2 hebben wij gekeken in het Nieuwe Testament, waarin we zagen hoe dit concept van Gods samengestelde eenheid uit de Tenach werd voortgezet door Jezus en de apostelen. In deel 3 hebben wij een aantal populaire bezwaren van unitariërs op de Drie-eenheid op een rij gezet en die één voor één behandeld. Wij gaan in dit deel kijken wat de Bijbel zegt over de Heilige Geest en hoe de Geest gerelateerd is tot de Vader en de Zoon.
Is de Geest slechts een kracht of een Persoon?
De leer van de Drie-eenheid is dus dat er een God is Die bestaat uit 3 Personen. Als de Geest dus geen Persoon is dan is de leer van de Drie-eenheid volstrekt on-Bijbels. Dus is de Geest nu een kracht of een Persoon? Om deze vraag te beantwoorden is het goed om stil te staan bij wat nu het verschil is tussen een kracht en een persoon. Ik heb een aantal relevante definities van een kracht opgezocht en dit zijn de resultaten:
- Kracht is een verzamelwoord voor spierkracht, windkracht en waterkracht. Het is de druk waarmee spieren, wind of water tegen iets aan duwen.
- Een werking of invloed (zoals een duw of trek) op een vrijstaand lichaam die voornamelijk leidt tot een versnelling van het lichaam en soms tot een elastische deformatie of andere effecten.
- vermogen om iets te verrichten
- sterkte
- Een kracht is een natuurkundige grootheid die, uitgeoefend op een lichaam, daarin een spanning of druk doet ontstaan, of die het lichaam van beweging doet veranderen, doet versnellen.
- Energie
- Heftigheid
- eigenschap dat iemand fysiek of mentaal sterk is en daardoor dingen kan doen
Daarnaast zetten we ook een aantal definities van een persoon op een rij:
- Figuur
- Iemand
- Individu
- Lijf
- Man
- Mens
- Mensenkind
- Personage
- Verschijning
Van wat er in de Bijbel staat geschreven over de Geest is er maar één van deze omschrijvingen die wij kunnen toepassen op de Geest. Natuurlijk zijn de omschrijvingen “man, mens, mensenkind, lijf” niet van toepassing op de Geest, maar de omschrijvingen “figuur, iemand, individu, verschijning” kunnen wij wel degelijk op de Geest toepassen. Wanneer wij namelijk naar teksten kijken die de Geest omschrijven zien wij duidelijk dat de Geest als “iemand” wordt beschreven en niet als een “iets”. Een paar voorbeelden z’n op zijn plaats.
Een kracht communiceert niet, een persoon wel
De Geest van YHWH heeft door mij gesproken, en Zijn woord is op mijn tong. – 2 Sam 23:2
Een kracht instrueert niet, een persoon wel
En terwijl zij de Heere dienden en vastten, zei de Heilige Geest: Zonder voor Mij zowel Barnabas als Saulus af voor het werk waartoe Ik hen geroepen heb. – Handelingen 13:2
Een kracht leidt niet, een persoon wel
En nadat zij door Frygië en het land van Galatië gereisd waren, werden zij door de Heilige Geest verhinderd het Woord in Asia te spreken. En bij Mysië gekomen, probeerden zij naar Bithynië te reizen, maar de Geest liet het hun niet toe. – Handelingen 16:6-7
Een kracht redeneert en/of pleit niet, een persoon wel
En wanneer ze u zullen wegleiden om u over te leveren, wees dan van tevoren niet bezorgd wat u spreken moet, en bedenk het niet; maar wat u op dat moment gegeven zal worden, spreek dat, want u bent het niet die spreekt, maar de Heilige Geest. – Markus 13:11
Een kracht kan niet worden bedroefd, een persoon wel
In al hun benauwdheid was Hij benauwd; de Engel van Zijn aangezicht heeft hen verlost. Door Zijn liefde en door Zijn genade heeft Híj hen bevrijd; Hij hief hen op en droeg hen al de dagen van weleer. Zíj daarentegen zijn ongehoorzaam geworden en hebben Zijn Heilige Geest bedroefd. Daarom is Hij voor hen veranderd in een vijand, Hij Zelf heeft tegen hen gestreden. – Jesaja 63:9-10
Een kracht heeft geen intenties, een persoon wel
Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander. Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen. Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil. – 1 Kor 12:7-11
Een kracht kan een persoon niet vervangen, een persoon wel
Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn … Deze dingen heb Ik tot u gesproken, terwijl Ik bij u verblijf. Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb. – Johannes 14:15-17, 25-26
Het is wel duidelijk dat een kracht geen persoonlijke karakteristieken heeft of dat een kracht geen persoonlijkheid heeft. De Heilige Geest heeft precies deze persoonlijke eigenschappen die uitsluiten dat wij de Geest kunnen zien als slechts een kracht in plaats van een persoon. Maar houdt dat in dat de Geest God is? Het enige dat wij hiervoor hoeven te doen is aan te tonen dat de Geest dezelfde attributen bezit die God bezit.
De attributen van de Geest
De Geest als Schepper
Een van de attributen van God die exclusief op Hem van toepassing zijn is dat hij Schepper is. De Tenach maakt duidelijk dat YHWH alleen verantwoordelijk is voor de schepping.
Jesaja 43:1 Maar nu, zo zegt de HEERE, uw Schepper, Jakob, uw Formeerder, Israël: Wees niet bevreesd, want Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, u bent van Mij…15 Ik ben de HEERE, uw Heilige, de Schepper van Israël, uw Koning.
Maar wij zien dat de Geest van God ook geschapen heeft:
Job 33:4 De Geest van God heeft mij gemaakt, en de adem van de Almachtige heeft mij levend gemaakt.
Psalm 104:29-30 Verbergt U Uw aangezicht, zij worden door schrik overmand, neemt U hun adem weg, zij geven de geest en keren terug tot hun stof. Zendt U Uw Geest uit, dan worden zij geschapen en vernieuwt U het gelaat van de aardbodem.
Wij hebben dus al gezien dat YHWH alleen de mens geschapen heeft. Ook de Geest heeft de mens dus geschapen. Scheppen is een attribuut van God, niet van een schepsel. Het is een attribuut van een persoon, niet van een kracht.
De Geest is alwetend
We weten dat God alles weet en Zijn inzicht en wijsheid is zo onmetelijk dat het niet te bevatten of te doorgronden is.
Hij telt het aantal sterren, Hij noemt ze alle bij hun naam. Onze Heere is groot en geweldig in kracht, Zijn inzicht is onmetelijk. (Psalm 147:4-5)
O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? (Romeinen 11:33-34)
De Bijbel zegt dat de Heilige Geest de wijsheid van God doorgrondt en zelfs de diepten van Gods wijsheid kent en die wijsheid ook bekendmaakt aan de schepping.
Aan ons echter heeft God het geopenbaard door Zijn Geest. De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God. Want wie van de mensen kent de dingen van de mens dan de geest van de mens, die in hem is? Zo kent ook niemand de dingen van God dan de Geest van God. En wij hebben niet ontvangen de geest van de wereld, maar de Geest Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen die ons door God genadig geschonken zijn. (1 Korinthe 2:10-12)
De Geest weet dus wat God weet en alle wijsheid die God bezit, bezit de Geest ook. Er is niets dat God weet waar de Geest niet van op de hoogte is. Niemand kent de dingen van God dan de Geest van God. En als God alles weet en de Geest weet alles dat God weet, dan is de Geest dus alwetend. Ook alwetendheid is een attribuut van een persoon, niet van een kracht.
De Geest is alomtegenwoordig
Over de Geest wordt er, synoniem aan God zelf, gezegd dat niemand zich aan Hem kan onttrekken. Men kan nergens vluchten voor de Geest zonder dat de Geest weet waar diegene is.
Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles. U sluit mij in van achter en van voren, U legt Uw hand op mij. Dit kennen – het is mij te wonderlijk, te hoog, ik kan er niet bij. Waar kan ik Uw Geest ontgaan, waar Uw aangezicht ontvluchten? Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar; of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar. (Psalm 139:4-8)
Wanneer de Zoon de discipelen verlaat, belooft Hij hen een andere Trooster te sturen, een plaatsvervanger. Als de Zoon dan God is Die alle dingen weet en een plaatsvervanger stuurt, dan dient de plaatsvervanger net zo capabel te zijn als de Zoon. En dat is precies wat de Zoon zegt over de plaatsvervanger – Die is net zo capabel als de Zoon in zijn kennis en werken:
Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn … Deze dingen heb Ik tot u gesproken, terwijl Ik bij u verblijf. Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb. (Johannes 14:15-17, 25-26)
Wie kan mij uitleggen dat een kracht de discipelen zal onderwijzen en herinneren wat Jezus gezegd had? Daarnaast dienen wij ons nog een vraag te stellen: Welke eigenschap zal iemand moeten hebben dat hij precies weet wie de ware gelovigen zijn, wat zij precies nodig hebben, waar ze ook ter wereld zijn op precies het tijdstip dat het nodig is? Men moet dan natuurlijk alwetend zijn, want men moet weten waar en wanneer dat onderwijs nodig is en men moet alomtegenwoordig zijn, want hij moet precies op het juiste tijdstip op de plek zijn waar dat onderwijs nodig is. Ook dit is een attribuut van God.
De Geest is eeuwig
Het is ontegenzeggelijk dat de God van de Bijbel eeuwig is en dat Hij alleen dat is. Al het andere, buiten Hem om, is geschapen en niet eeuwig. Van de Geest wordt gezegd dat Hij eeuwig is:
Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees, hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen! (Hebreeën 9:13-14)
Als de Geest eeuwig is dan bezit Hij daarmee dus weer een attribuut die God kenmerkt als uniek.
De Godheid van de Geest
Naast dit alles wordt de Geest ook gewoon de God van Israël genoemd:
De Geest van YHWH heeft door mij gesproken, en Zijn woord is op mijn tong. De God van Israël heeft gezegd, de Rots van Israël heeft tot mij gesproken: Er komt een Heerser over de mensen, een Rechtvaardige, een Heerser in de vreze Gods. (2 Samuel 23:2-3)
De Geest van YHWH is volgens koning David de God van Israël. De Apostel Petrus is het roerend eens met koning David:
En Petrus zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond? Als het onverkocht gebleven was, bleef het dan niet van u, en toen het verkocht was, bleef de opbrengst dan niet tot uw beschikking? Waarom toch hebt u deze daad in uw hart voorgenomen? U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God. (Handelingen 5:3-4)
Deze tekst is behoorlijk inzichtelijk. Niet alleen kan er niet gelogen worden tegen een kracht – liegen doe je tegen een persoon – maar het liegen tegen de Heilige Geest is volgens Petrus gelijk aan liegen tegen God. Dit wordt ook vaak uitgelegd door unitariërs onder het mom van de wet der vertegenwoordiging, maar dat is ook weer een uitleg die hier niet opgaat. Petrus is namelijk ook een vertegenwoordiger van God, net zoals de andere apostelen. Nergens in de Bijbel wordt een leugen tegen een vertegenwoordiger gelijkgetrokken aan een leugen tegen God. Dit zou de enige plek zijn waar dit zou hebben plaatsgevonden. Maar dat is juist wat hier ter discussie staat: Is dit de enige plek in de Bijbel waar het liegen tegen een vertegenwoordiger wordt uitgelegd als het liegen tegen God Zelf? Waarom gebeurt dit dan niet op enige andere plek? Er zijn immers meerdere plekken waar vertegenwoordigers van God spreken tegen mensen. Petrus zegt daarnaast ook niet dat er tegen hemzelf gelogen is, terwijl Ananias toch het geld aan de voeten van Petrus bracht, niet bij de Geest. Petrus trekt zichzelf dus niet gelijk aan God, wat hij volgens unitariërs als vertegenwoordiger van God gewoon had kunnen doen. Nee, Petrus zegt dat Ananias tegen de Heilige Geest liegt met zijn daad om vervolgens te zeggen dat er tegen God gelogen is. En niet omdat de Geest slechts een vertegenwoordiger is van God, maar omdat de Geest zelf God is.
De Geest is YHWH
Zoals wij hebben gezien bij de Zoon, dat men zogehete YHWH-teksten toepasten op de Zoon en op die manier concludeerden dat de Zoon YHWH was, kunnen wij deze lijn ook doortrekken naar de Heilige Geest. Wij kunnen zien dat er in het Nieuwe Testament teksten uit de Tenach worden geciteerd die volgens de Tenach door YHWH zijn gezegd, maar aan de Geest worden toebedeeld:
Daarna hoorde ik de stem van YHWH. Hij zei: Wie zal Ik zenden? Wie zal er voor Ons gaan? Toen zei ik: Zie, hier ben ik, zend mij. Toen zei Hij: Ga en zeg tegen dit volk: Luister voortdurend, maar u zult het niet begrijpen. Zie voortdurend, maar u zult het niet opmerken. Maak het hart van dit volk vet, en stop hun oren toe, en sluit hun ogen; anders zullen zij met hun ogen zien, en met hun oren horen, en met hun hart begrijpen en zich bekeren, en zal Hij hen genezen. (Isaiah 6:8-10)
En zij waren het niet met elkaar eens en zij gingen uiteen nadat Paulus dit ene woord gezegd had: Terecht heeft de Heilige Geest door Jesaja, de profeet, tegen onze vaderen gezegd: Ga naar dit volk toe en zeg: Met het gehoor zult u horen, maar beslist niet begrijpen, en ziende zult u zien, maar beslist niet opmerken, want het hart van dit volk is vet geworden en zij hebben met de oren slecht gehoord, en hun ogen hebben zij dichtgedaan, opdat zij niet op enig moment met de ogen zouden zien en met de oren horen en met het hart begrijpen, en zij zich zouden bekeren en Ik hen zou genezen. (Handelingen 28:25-27)
Uit de tekst in Jesaja is het YHWH Die Jesaja de instructies geeft. Echter in het Nieuwe Testament wordt er gezegd dat het de Heilige Geest is geweest Die Jesaja geïnstrueerd heeft. Nog een andere tekst waar dit principe wordt herhaald is Psalm 95:
Want Hij is onze God en wij zijn het volk van Zijn weide en de schapen van Zijn hand. Heden, indien u Zijn stem hoort, 8verhard uw hart niet, zoals te Meriba, zoals in de dagen van Massa in de woestijn: daar stelden uw vaderen Mij op de proef, daar beproefden zij Mij, hoewel zij Mijn werk zagen. Veertig jaar heb Ik gewalgd van dit geslacht; Ik heb gezegd: Zij zijn een volk met een dwalend hart, en zíj kennen Mijn wegen niet. Daarom heb Ik in Mijn toorn gezworen: Mijn rust zullen zij nooit binnengaan! (Psalm 95:7-11)
Maar volgens het Nieuwe Testament is het de Geest Die dit gezegd heeft:
Daarom, zoals de Heilige Geest zegt: Heden, indien u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet, zoals bij de verbittering, op de dag van de verzoeking in de woestijn. Daar hebben uw vaderen Mij verzocht; zij hebben Mij op de proef gesteld en Mijn werken gezien, veertig jaar lang. Daarom ben Ik toornig geworden op dat geslacht en heb gesproken: Altijd dwalen zij met hun hart, en zij hebben Mijn wegen niet gekend. Daarom heb Ik in Mijn toorn gezworen: Mijn rust zullen zij niet binnengaan! (Hebreeën 3:7-11)
Ik herhaal, een kracht die zoveel spreekt, duidelijk communiceert met mensen en hen instructies geeft? Hoe kan een kracht tot mensen spreken en zelfs als YHWH worden geïdentificeerd? Nog een laatste voorbeeld vinden wij in Jeremia 31, de bekende belofte van God aan Israël dat hij een nieuw verbond zou sluiten met het huis van Israël en het huis van Juda:
Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt YHWH: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken YHWH want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt YHWH. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken.(Jeremia 31:33-34)
Maar volgens het Nieuwe Testament is het de Geest Die dit gesproken heeft:
En de Heilige Geest getuigt het ons ook. Want na eerst gezegd te hebben: Dit is het verbond, dat Ik met hen na die dagen zal sluiten, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun hart geven en Ik zal die in hun verstand schrijven, en aan hun zonden en hun wetteloze daden zal Ik beslist niet meer denken. (Hebreeën 10:15-17)
De Geest wordt hiermee dus geïdentificeerd als YHWH uit de Tenach Die de profeten instrueert.
Als wij dus alles wat er over de Geest gezegd is op een rijtje zetten dan zien wij dat de Bijbel het volgende over de Geest getuigt:
- De Geest is een Persoon
- De Geest is Schepper
- De Geest is Alwetend
- De Geest is Alomtegenwoordig
- De Geest is YHWH
- De Geest is eeuwig
- De Geest is God
Onderscheid tussen de Vader, de Zoon en de Geest
Het mag duidelijk zijn dat de Geest dus niet de Vader is, dat de Vader niet de Zoon is en de Zoon niet de Geest is. Alle drie worden zij van elkaar onderscheiden en de Bijbel is hier behoorlijk duidelijk over. Concepten zoals bijvoorbeeld het modalisme, waarbij de Vader, de Zoon en de Geest in werkelijkheid 1 persoon zou zijn die zich in verschillende situaties voordoet als de Vader, dan weer als de Zoon en dan weer als de Geest, is uitgesloten door teksten zoals onder andere deze:
29 Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken. 30 Ik en de Vader zijn Één. (Joh 10)
Jezus spreekt continu over zichzelf en de Vader en zegt dat de Vader Zijn schapen aan Hem gegeven heeft en Hij sluit Zijn betoog af met “de Vader en ik zijn één”. Jezus gebruikt hier het woord “esmen” dat “wij zijn” betekent. Dus Jezus zegt hier “Ik en de Vader, WIJ zijn één”. Er kan gewoonweg geen sprake zijn van “wij” als er slechts één persoon is die zich in verschillende verschijningsvormen manifesteert. Wanneer een toneelstuk wordt opgevoerd waarbij de hoofdrolspeler zich verkleedt als verschillende figuren, dan kan hij ook niet zeggen dat “wij” goed hebben geacteerd. Hij kan slechts zeggen dat “ik” goed geacteerd heb. Noch kunnen critici zeggen dat “zij” (dat wil zeggen, alle verschillende personages) goed hebben opgetreden. Er kan slechts sprake zijn van dat “hij” (de persoon die de personages speelde) goed heeft opgetreden. Jezus zegt ook elders:
15 U oordeelt naar het vlees, Ik oordeel niemand. 16 En als Ik al oordeel, Mijn oordeel is waar, want Ik ben niet alleen, maar Ik en de Vader, Die Mij gezonden heeft. 17 En er staat ook in uw wet geschreven dat het getuigenis van twee mensen waar is. 18 Ik ben het Die van Mijzelf getuig, en de Vader, Die Mij gezonden heeft, getuigt van Mij. (Joh 8)
Jezus maakt hier een bijzonder vernietigend punt, namelijk, dat de getuigenis van 2 personen (Grieks – antropos – dat ook persoon betekent) volstaat voor de waarheid volgens het criterium uit de Thora (Deut 17:6). Jezus wijst vervolgens naar de getuigenis van Hemzelf en dat van de Vader over Jezus als het voldoen aan dat criterium.
Ook de apostelen maken dit onderscheid. Zo slaan de woorden van Paulus in 1 Korinthe 2 nergens op als de Vader, Zoon en Heilige Geest dezelfde persoon zouden zijn:
9 Maar het is zoals geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. 10 Aan ons echter heeft God het geopenbaard door Zijn Geest. De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God. 11 Want wie van de mensen kent de dingen van de mens dan de geest van de mens, die in hem is? Zo kent ook niemand de dingen van God dan de Geest van God.
Indien de Vader en de Geest één en dezelfde persoon waren, is het vanzelfsprekend dat de Geest weet wat de Vader weet. De Geest hoeft dan ook niet de diepten van de Vader te onderzoeken. Echter is het punt dat de Geest, die aan ons gegeven is, de diepten van God kent en die aan ons bekend maakt, omdat Hij doorgrond heeft. En wij kunnen daar gerust op zijn. De Vader heeft Zichzelf niet gegeven, Hij heeft Zijn Geest gegeven. Zo hebben ook de Vader en de Zoon zichzelf niet gezonden in de volgende passages:
Deze dingen heb Ik tot u gesproken, terwijl Ik bij u verblijf. Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb. (Johannes 14:25-26)
Maar wanneer de Trooster is gekomen, Die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest van de waarheid, Die van de Vader uitgaat, zal Die over Mij getuigen. (Johannes 15:26)
De Vader en de Zoon zenden dus de Heilige Geest, duidelijk onderscheid makend tussen de 3 Personen in de Godheid.
Conclusie:
Wij hebben in deze serie kunnen zien dat de Bijbel een monotheïstisch boek is dat één God proclameert. Diens Naam is YHWH. En tegelijkertijd identificeert de Bijbel drie Personen met die ene Naam.
De Vader, de Zoon en de Heilige Geest worden als YHWH geïdentificeerd
De Vader, de Zoon en de Heilige Geest worden de God van Israël genoemd
De Vader, de Zoon en de Heilige Geest worden als Schepper neergezet
De Vader, de Zoon en de Heilige Geest worden de attributen van God toebedeeld
Wij zien ook dat deze omschrijvingen op niemand anders in de Bijbel wordt toegepast dan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Zoals gezegd, de Bijbel dwingt ons tot de conclusie dat de God van Israël complex is in Zijn Eenheid en geeft een rijkdom aan bewijs voor het Trinitarische concept van God, dat de God van Israel een samengestelde eenheid is en geen absolute eenheid. Tegelijkertijd is het duidelijk dat het unitarische concept van God onhoudbaar is tegen de tsunami van bewijs dat het tegenovergestelde aantoont. Van Abraham tot Jakob, van Mozes tot Gideon, van Manoach tot Zacharia tot zelfs Jezus en de apostelen, voor hen allen betekent “YHWH Echad” duidelijk iets geheel anders dan wat de unitariër wil doen voorkomen.
De case voor de drie-eenheid is gemaakt. Cumulatief is er simpelweg geen andere conclusie te trekken dan dat de Bijbel een trinitarisch boek is dat het concept van de Drie-eenheid onderschrijft. Hoe ongelukkig en/of ongemakkelijk sommigen die term ook mogen vinden.