Jihadisten
Deel II:
Offensieve Jihad en zelfmoordterrorisme
“Oorlog tegen ongelovigen in hun eigen land is een collectieve plicht;
dat wil zeggen dat wanneer een voldoende aantal moslims zich hierop richten,
anderen wetmatig thuis mogen blijven.”
(Sheikh Al-Nawawi van de Soenitische Shafi wetschool)
In deel I van deze serie hebben we laten zien hoe groot de verheerlijking van martelaren is in de Koran en hadith. Daaruit bleek onder meer dat zij volgens Muhammad ver boven andere moslims staan doordat zij direct naar het Paradijs gaan. Dit terwijl de gewone moslim maar moet afwachten of hij überhaupt is gered en bovendien op weg naar het Paradijs eerst nog op de Siraat brug wordt verbrand als straf voor zijn zonden.
In het tweede deel gaan we het hebben over Offensieve Jihad en het aspect van zelfmoord bij terreurdaden. Omdat Europa zo vaak te maken krijgt met terreurdaden is het goed om een verklaring te zoeken voor al dat geweld. De vraag is vandaag: Is Offensieve Jihad toegestaan in de Islam of niet? We voorzien bepaalde aspecten wederom van een Bijbels Contrast, zodat u de verschillen met het geloof in Jezus Christus kunt waarnemen.
We zullen ons met name focussen op de meningen van de madhab geleerden binnen de Soenitische Islam. Madhab betekent wetschool. Deze wetscholen buigen zich al eeuwen over de vormgeving van Sharia. U hoort Soenitische moslims hier zelden over maar toch erkennen ze allemaal de legitimiteit van vier grote scholen: Hanbali, Shafi, Hanafi en Maliki.
Marokko, Libië en Koeweit zijn bijvoorbeeld van oudsher Maliki landen, daar waar Turkije, Afghanistan en Pakistan meer van de Hanafi school zijn. Ondanks de verschillen van inzicht is het overigens niet zo dat deze scholen mijlenver uit elkaar staan. Men verwerpt elkaars leer dan ook niet als ketterij. Integendeel. Vaak zal een Islamitische student van kennis de meningen van alle vier de erkende madhabs vergelijken om tot een gewogen oordeel te komen.
Het zal u wellicht verbazen dat de boeken van de door ons aangehaalde geleerden gewoon openlijk worden verkocht door niet-radicale Islamitische boekenwinkels zoals islamicbookstore.com. Sterker nog, ook seculiere mega boekensites zoals Amazon.com en Bol.com verkopen deze boeken openlijk. Dit terwijl u zult zien dat de inhoud van hun boeken dikwijls overeenkomen met de daden van IS en andere terreurgroepen. We willen er ook op wijzen dat deze geleerden lang leefden voordat zogenaamde radicale stromingen als het Salafisme en Wahabisme bestonden.
Is offensieve Jihad toegestaan?
Om onze bevindingen verderop goed te laten landen, dienen we eerst in te gaan op de bewering dat je in de Islam uitsluitend mag vechten uit zelfverdediging. Met die aanname probeert men immers een fundament te bouwen voor de claim dat dergelijke aanvallen op grondgebied in Europa, Afrika en het Midden-Oosten niet te verenigen zijn met de ware leerstellingen van de Islam.
In landen als Irak en Afghanistan beweren zowel de terroristen als gematigde moslims dat er sprake is van zelfverdediging tegen de invasies van vijandelijke legers. Om aanvallen door IS op Europees grondgebied te zien als zelfverdediging is echter veel acrobatiek nodig. Europa vervolgt haar moslimpopulatie immers niet. Daarom beweren veel gematigde moslims dat deze aanvallen, evenals het oprukken van het leger van IS, niets met de Islam te maken hebben. Ook de vele aanvallen op Christenen in Nigeria, Somalië, Ethiopië, Libië, Syrië en Irak zouden niets met de Islam te maken hebben. Maar klopt dat?
De stelling dat Jihad alleen uit zelfverdediging mag worden uitgevoerd is helaas onwaar. Van de Koran tot de Hadith tot de meningen van de vier madhabs is het een feit dat Jihad ook omwille van de expansie van de Islamitische Staat mag worden uitgevoerd. En dat is uiteindelijk wat IS doet in Irak en Syrië. Dit noemt men in de Islamitische jurisprudentie soms de Jihad al Talab.
We beginnen met een passage uit de Koran die meteen aangeeft dat Joden en Christenen moeten worden bevochten en waarom:
“Doodt hen dan die niet in Allah en het Hiernamaals geloven en die niet voor verboden houden wat Allah en zijn Boodschapper verboden hebben verklaard; en zij die de godsdienst van de Waarheid niet als godsdienst nemen, van hen aan wie het Schrift is gegeven, totdat zij het beschermgeld (Djizyah) betalen, naar vermogen, terwijl zij onderdanig zijn.
En de Joden zeggen: “Oezair is de zoon van Allah,” en de Christenen zeggen: “De Masih (‘Isa) is de zoon van Allah.” Dat zijn hun woorden uit hun monden. Zij doen soortgelijke uitspraken als degenen die voorheen ongelovig waren. Moge Allah hen vervloeken, Hoe kunnen zij zo afwijken?” – Soera Taubah (hoofdstuk 9) vers 29 en 30 (Siregar vertaling)
Hoewel de meeste vertalers het allereerste woord vertolken als “Vecht…” en niet “Doodt” doet moslimgeleerde Siregar dit wel. Dit is met meerdere argumenten te verdedigen:
- Het Arabische woord qātilū ( قَاتِلُوا )betekent niet zomaar vechten maar ‘vechten met de intentie te doden’, zoals ook wordt bevestigd door professor Mark Durie. Het zelfstandig naamwoord qatil ( قَتْل ) betekent dan ook gewoon moorden of doden.
- Al zou “Vechten” het enige correcte woord zijn, dan laat de context nog altijd zien dat Allah hier opdraagt te vechten totdat mensen zich bekeren of de Jizya beginnen te betalen. Dat houdt uiteraard in dat je blijft doorvechten tot het einde wanneer het slachtoffer alle opties weigert.
Hoe dan ook komt uit bovenstaande Koranpassage al een sterk beeld naar voren van Offensieve Jihad met als doel mensen te bekeren naar de Islam onder dreiging van geweld. Doen ze dit niet dan volgt het betalen van de Jizya (beschermgeld). Weigeren ze dit ook, dan volgt een gevecht tot de dood. Overigens komt hierbij kijken dat de mensen die wel overgaan tot het betalen van Jizya, verder mogen leven als tweederangsburger (dhimmi). Uit ongenoegen over hun onderwerping zal de eerste generatie vaak niet geneigd zijn alsnog moslim te worden om een burger te worden die wel zijn eigen beroep mag kiezen en niet verplicht is zijn haar af te knippen et cetera, maar de generaties daarna zullen steeds meer gaan voelen voor die optie. In die zin is de dhimmi status net zo goed een indirecte vorm van gedwongen bekering naar de Islam.
Tafsir Al-Qurtubi
In de exegese van de Koran door de zeer beroemde geleerde Al-Qurtubi lezen we het volgende bij Soera 2 vers 193:
“Bevecht hen totdat er geen fitna meer is en de godsdienst aan Allah behoort.
Dit is een opdracht om iedere afgodendienaar te bevechten in iedere plaats, volgens hen die zeggen dat dit vers de verzen daarvoor overschrijft. Volgens zij die zeggen dat het vers de andere verzen niet overschrijft betekent het: bevecht hen over wie Allah zegt “als zij jou bevechten”. De eerste mening is de meest plausibele. Het is een onvoorwaardelijk bevel om te vechten zonder enige vereiste van vijandigheden die worden gestart door de ongelovigen. Het bewijs daarvoor is dat wat is gelegen in de woorden van Allah, “en de godsdienst aan Allah behoort“. De Profeet zei: “Het is mij bevolen om te vechten tegen de mensen totdat zij zeggen ‘Er is geen god dan Allah.’ De ayat en hadith zeggen beide dat ongeloof de reden is om te vechten, omdat Allah zegt, “totdat er geen fitna meer is,” wat in dit geval ongeloof betekent. Dus het doel is om ongeloof af te schaffen en dat is helder.
[..]
Als zij ophouden, dan is er geen vijandschap, behalve tegen de onrechtplegers.
Als zij stoppen en Moslim worden of zich onderwerpen door de Jizya te betalen in het geval van de mensen van het Boek. In andere gevallen dienen ze te worden bevochten en zijn zij onrechtplegers die alleen tegen zichzelf overtreden. Wat er wordt gedaan met onrechtplegers wordt vijandschap genoemd aangezien dit de terugbetaling is voor vijandschap. Onrecht plegen en onrecht brengen vijandschap en de terugbetaling hiervan wordt ook vijandschap genoemd. De onrechtplegers zijn hen die beginnen te vechten of degenen die verzonken blijven in ongeloof en fitna.” ¹
Naast het feit dat Al-Qurtubi een duidelijke verwijzing maakt naar offensieve Jihad, maakt hij ook duidelijk dat Fitnah hier moet worden begrepen als ongeloof. Het wordt derhalve als een misdaad gezien om een ander geloof te hebben en hiervoor dient men te worden bevochten tot de dood of tot men zich overgeeft. Hij maakt duidelijk dat hier wederom geldt dat de joden en christenen (mensen van het Boek) mogen kiezen voor het betalen van Jizya in onderdanigheid, waar de afgodendienaren moslim moeten worden om hun dood af te wenden.
Het feit dat Fitna in dit vers verwijst naar ongeloof en niet naar beproeving wordt onder andere bevestigd door de Koranvertaler Siregar, die in zijn Nederlandse vertaling bij dit vers hetzelfde punt maakt omtrent dit woord. Hij geeft aan dat het woord Fitna hier verwijst naar Shirk, hetgeen wordt gezien als een grote daad van ongeloof omdat men hiermee een gelijke naast Allah plaatst. De Koran beschuldigt ook christenen van deze onvergeeflijke zonde in Soera 5 vers 73 waardoor ook het christelijk geloof wordt gezien als een misdaad welke dient te worden beperkt.
Wetschool geleerden
Precies zoals u het vers waarschijnlijk leest, hebben de madhabs dit al die eeuwen op dezelfde wijze uitgelegd. Zo gaf de beroemde Shariageleerde Al-Nawawi van de Shafi school al eeuwen geleden aan dat de proactieve Jihad een collectieve plicht is voor moslims:
“Oorlog tegen ongelovigen in hun eigen land is een collectieve plicht; dat wil zeggen dat wanneer een voldoende aantal moslims zich hierop richten, anderen wetmatig thuis mogen blijven.” ²
Het is uitgesloten dat Al-Nawawi hier doelt op zelfverdediging aangezien hij spreekt over het vechten in de landen van de ongelovigen. Bovendien onderscheidt hij op de volgende pagina van zijn werk een tweede reden voor Jihad, namelijk die uit zelfverdediging.³ Offensieve Jihad en Jihad uit zelfverdediging zijn dus beiden toegestaan volgens een zeer grote naam van de Soenitische Islam wiens werken u morgen in de winkel zou kunnen kopen.
We zullen verderop gaan zien dat er enige voorwaarden zijn voordat je overgaat tot Offensieve Jihad. Zo moet je de “vijand” eerst uitnodigen om massaal te bekeren tot de Islam. Doen ze dat niet, dan gelden verschillende regels voor verschillende volken. De joden en christenen komen er nog het best vanaf. Als zij de Islam weigeren, krijgen ze de keuze om een speciale belasting te betalen die hun onderwerping symboliseert, de Jizya. Weigeren ze dat ook dan worden zij hardhandig bevochten tot de dood erop volgt.
De polytheïsten, zoals hindoes en boeddhisten, hebben minder “geluk.” Volgens de meeste geleerden dienen zij bij het weigeren om toe te treden tot de Islam direct bevochten te worden. Wellicht verklaart dat waarom er in de Arabische gebieden helemaal geen polytheisten meer voorkomen, ondanks dat dit de oorspronkelijke bewoners waren van gebieden als Saudi-Arabië en de omliggende streken.
Bijbels Contrast
Hoewel de Israëlieten in het Oude Testament weleens een specifiek vijandig volk moesten uitschakelen middels een decreet dat rechtstreeks van God kwam, is er geen enkele basis voor een impulsieve en tijdloze heilige oorlog geleid door willekeurige leiders, zoals dit in de Islam het geval is. Het is wel zo dat de Islam regels kent omtrent het kiezen van zo’n Khalifa en het precieze uitvoeren van een Jihad. Maar het feit dat het mag, geeft aspirant Jihadisten meer dan genoeg basis voor hun daden. Deze basis ontbreekt volledig in de Bijbel. Sterker nog: Jezus Christus, de laatste profeet en derhalve het morele voorbeeld voor al zijn volgelingen, instrueerde ons om te houden van onze vijanden – oftewel mensen die ons als vijand beschouwen. (Mattheus 5:43-45).
De beroemde Hanbali jurist Musa ibn Ahmad Al-Hajjawi leefde in de zestiende eeuw. Zijn toonaangevende werk ‘Zad al Mustaqni’ wordt gezien als een klassiek handboek voor de Hanbali wetschool. In het commentaar op dit werk, geschreven door shaykh Salih ibn Fawzan al-Fawzan, wordt (vanaf pagina 743) nog eens op een rij gezet welke vormen van Jihad er zijn:
Jihad al-nafs. Dit type Jihad wordt in praktijk gebracht door de ziel te dwingen om Allah gehoorzaam te zijn
Jihad al-shaytan. Dit type Jihad wordt in praktijk gebracht door te strijden tegen de invloeden van satan
Jihad tegen de hypocrieten (munafiqun) en de immorele mensen (fusaq), betekent volgens dit werk het verbieden van kwalijke zaken en het weerleggen van andere ideologieën die de wetten van Islam vervormen.
Jihad tegen de ongelovigen. Deze vorm van Jihad wordt beschreven als een strijd die wordt aangevangen tegen ongelovigen nadat zij werden uitgenodigd tot het geloof van Allah en na het prediken van de Islam tot deze mensen. Indien zij dit accepteren, dan is het goed. Maar als zij van de Islam hebben vernomen en deze boodschap verwerpen, dan wordt de Jihad tegen hen aangevangen om een einde te brengen aan de fitnah die de ongelovigen voortbrengen. Wat deze fitnah van de ongelovigen precies inhoudt, wordt op dezelfde pagina, binnen dezelfde paragraaf, uitgelegd: “Worship is not permitted to anyone else except Allah alone. He who worships other than Allah has committed shirk and ascribed partners with Allah and had taken a Lord other than Him. A war is waged against those who commit this until they accede to the worship of Allah. […] This is because they [are in transgression] whilst they associate partners with Allah and spread shirk in the land. This is the wisdom for the legislation to undertake Jihad.” Hieruit blijkt dat de “vijandigheden” van de ongelovigen niet gaan over een oorlogsdaad of andere fysieke agressie, maar simpelweg het belijden van hun eigen (niet-islamitische) geloof. In de tekst wordt nog toegevoegd dat defensieve oorlog alleen nodig is wanneer de moslims zwak zijn en geen mogelijkheid hebben om ene offensieve aanval in te zetten.
Offensieve Jihad tegen joden en christenen
In dit onderdeel laten we u de geleerden zien die Offensieve Jihad van regels voorzien. We wenden ons hiervoor eerst tot de beroemde Maliki geleerde Ibn Rushd, wiens werk binnen het veld Ilm ul Khilaf (kennis van de variërende oordelen van de wetscholen) van grote waarde is voor iedere student van de Sharia.
Ibn Rushd opent het onderdeel Jihad van zijn werk met de overtuiging dat de vier wetscholen er unaniem over zijn dat Jihad een collectieve plicht betreft (fard al-kifaya) en geen universele.⁴ Dit houdt in dat wanneer voldoende moslims aan deze plicht voldoen, de rest mag thuisblijven. Sheikh Al-Misri bevestigt dit in zijn beroemde Shafi wetboek bekend onder de Engelstalige titel The Reliance of the Traveller.⁵
Ibn Rushd geeft vervolgens aan onder welke omstandigheden er mag of moet worden gevochten tegen joden en christenen. Zoals u ziet is er geen sprake van de noodzaak van zelfverdediging om Jihad aan te vangen (tussen haakjes is van ons):
“De Moslimjuristen zijn het eens dat het doel van het vechten tegen de mensen van het Boek (joden en christenen) exclusief de Qurashy en de christelijke Arabieren, bestaat uit twee zaken: het is omwille van hun bekering naar de Islam of het door hen laten betalen van de Jizya (beschermgeld).” ⁶
Ook dit wordt bevestigd in het werk van Al-Misri:
“o9.8 De Khalifa voert oorlog tegen Joden, Christenen en Zoroastrianen (N: mits hij hen eerst heeft uitgenodigd om naar de Islam te bekeren in geloof en gebruik, en wanneer zij dat niet doen, hen uitnodigde binnen de sociale structuur van Islam door de niet-moslim belasting te betalen (Jizya) – waarbij het gaat om de daad van het betalen en niet het geld zelf – terwijl zij bij hun traditionele religies blijven) (O: en de oorlog blijft gehandhaafd) totdat zij moslim worden of de belasting betalen (O: in overeenstemming met het woord van Allah de Meest Verhevene,
‘Vecht tegen hen die niet geloven in Allah en in de Laatste Dag en die niet verbieden wat Allah en Zijn Boodschapper verboden, die niet de religie van waarheid praktiseren, van de mensen van het Boek, totdat zij de Jizya betalen naar vermogen, in onderwerping.” (De Koran, Soera 9 Ayah 29).⁷
Hier blijkt wederom uit dat Offensieve Jihad is toegestaan. Je mag de joden en christenen in feite in hun eigen landen bedreigen: of je wordt moslim, of je betaalt de Jizya en anders heffen wij het zwaard tegen jullie op.
Men rept nergens over zelfverdediging als exclusieve motivatie voor het bestrijden van de joden en christenen in de landen om hen heen. Let wel: Deze geleerden leefden respectievelijk zo’n 4 tot 6 eeuwen na Muhammad. Het excuus dat deze zaken alleen in de tijd van Muhammad golden kan dus niet worden gemaakt. Althans, niet volgens de meest beroemde geleerden van de madhabs die alle Soenitische moslims in principe erkennen, los van de vraag of ze er enige kennis van hebben opgedaan.
Offensieve Jihad tegen polytheïsten
Zoals gezegd hebben polytheïsten nog meer pech. Al-Misri geeft op pagina 603 van zijn genoemde werk aan dat het hoofd van de Islamitische Staat (Khalifa) alle overige groepen zal bevechten totdat zij moslim worden, zonder de optie van het betalen van Jizya. Hij stelt dat dit de mening is van alle wetscholen behalve de Hanafis, omdat zij vinden dat ook polytheisten de kans moeten krijgen om te kiezen voor het betalen van Jizya.⁸ Dat betekent dat als zij niet bekeren, zij direct gedood dienen te worden. Hieruit blijkt wederom dat er geen sprake hoeft te zijn van vijandigheden of zelfs uitlokking richting de moslims om over te mogen gaan tot gewapende Jihad.
Ibn Rushd bevestigt dit in zijn werk:
“De juristen zijn het eens aangaande de mensen welke dienen te worden bevochten, namelijk dat dit gaat om alle polytheïsten (mushrikun), vanwege de woorden van de Verhevene, ‘En vecht tegen hen totdat er geen vervolging meer is en alle religie voor Allah is’, behalve dat wat is overgeleverd van Malik, die zei dat het niet is toegestaan om vijandigheden aan te vangen tegen de Ethiopiërs of de Turken, vanwege de uitspraak van de Profeet (God’s vrede en zegeningen zij met hem), ‘Laat de Ethiopiërs in vrede zo lang zij jullie met rust laten.’” ⁹
Het wordt overal heldergemaakt dat de mushrikeen (veelgodendienaren) moeten worden uitgenodigd naar de Islam en bij weigering dienen te worden bevochten.
De beroemde elfde-eeuwse Shafi geleerde Al-Mawardi bevestigt dit eveneens in zijn werk omtrent de wetten van Islamitisch Bestuursrecht.¹⁰
Twee soorten zelfmoordterroristen
Met die wetenschap kunnen we gaan kijken naar de theologische legitimatie voor een strijd op de weg van Allah waarvan je vooraf weet dat je zult gaan sterven.
We kennen allemaal de zelfmoordterrorist die zichzelf opblaast. Wat Europa de laatste tijd vooral heeft meegemaakt zijn echter terreurdaden waarbij de Jihadist mensen begint te doden en zelf wordt gedood als logisch gevolg van het feit dat hij zich weigert over te geven. Veel Westerlingen zouden beide gevallen een zelfmoordactie noemen aangezien de terrorist vooraf geweten moet hebben dat hij zou worden gedood. Zo kennen we het fenomeen suicide by cop, waarbij een persoon geweld gebruikt richting agenten in de hoop dat zij hem doodschieten. De Woolwich terroristen en Muhamad B. probeerden bijvoorbeeld op deze manier het “Paradijs” te bereiken. Door de genade en goede training van de agenten ter plaatsen konden de drie mannen echter levend worden gearresteerd. Dit ongetwijfeld tot grote frustratie van de terroristen zelf.
We dienen hier echter onderscheid te maken tussen onze Westerse kijk en die van de Islamitische geleerden. De Islamitische geleerden zijn namelijk van mening dat de eerst genoemde zelfmoordterrorist geen legitimiteit heeft vanuit de Islamitische bronnen. Zij noemen dit pure zelfmoord en dat is verboden. Het is in de Islam echter wel toegestaan om een (legale) Jihad expeditie uit te voeren waarvan je vooraf weet dat je zult worden gedood door de vijand. Dit valt onder het doden en gedood worden van Soera 9 vers 111, zoals reeds besproken in deel I.
Denk bijvoorbeeld aan het recente voorbeeld van Mohamed Lahouaiej-Bouhlel, die in Nice met een vrachtauto op een menigte inreed totdat hij werd doodgeschoten. In feite is er geen verschil met de toegestane Jihad expeditie waarvan je weet dat je naar alle waarschijnlijkheid zult sterven. Dat zo’n expeditie is toegestaan in de Islam blijkt hieronder.
Theologische legitimatie
We gaan wederom vanuit de bronnen laten zien waarom de Islam dergelijke acties toestaat. Als we de meest betrouwbare Soenitische hadith collecties raadplegen, zien we een opmerkelijke overlevering. Daarin hoort een moslim van de eerste generatie uit de mond van zijn legerleider over de belofte van Allah dat de martelaar direct in het Paradijs zal komen. De man stond vervolgens op, zei zijn vrienden vaarwel in de wetenschap dat hij zou gaan sterven en brak de schede van zijn zwaard terwijl hij in de richting van de verderop gelegerde vijand begon te lopen. Hij doodde daar leden van de vijand totdat zij hem uitschakelden en hij als martelaar stierf:
“De traditie is overgeleverd op de autoriteit van ‘Abdullah b. Qais. Hij hoorde het van zijn vader die, tijdens de ontmoeting met de vijand, vertelde dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: ‘Voorwaar, de poorten van het Paradijs bevinden zich onder de schaduw van het zwaard.’ Een man in zwakke conditie stond op en zei: ‘Abu Musa, heb je dit de Boodschapper van Allah horen zeggen?’ Hij zei: ‘Ja.’ (de overleveraar zei:) Hij ging terug naar zijn vrienden en zei: ‘Ik groet jullie (een vaarwel). Toen brak hij de schede van zijn zwaard, gooide het weg en liep met zijn (naakte) zwaard richting de vijand en bevocht hen totdat hij werd gedood.” – Sahih Muslim, boek 20, hadith 4681 (Muslim 1902)
Dit laat zien hoe men tijdens de vroegste periode van de Islam luisterde naar de herhaaldelijke belofte van Allah en Muhammad, dat sterven tijdens het doden van de vijand het Paradijs aan je voeten brengt. Deze man wist vooraf dat hij zou sterven door in zijn eentje met een gebroken zwaard naar de vijand te lopen. Hij maakte zijn overlevingskansen verwaarloosbaar in de hoopvolle verwachting dat de belofte van Muhammad zou worden waargemaakt.
Dit fenomeen komt tevens terug in een hadith uit Sahih Bukhari, waarin dezelfde belofte rechtstreeks van de lippen van Muhammad komt en zijn volgeling direct alles laat vallen om te gaan vechten.
Dit verschilt in wezen niet van de Jihadisten die vandaag de dag mensen doodschieten in de wetenschap dat ze vroeg of laat worden tegengehouden. Ze hebben allemaal met elkaar gemeen dat zij zich haasten naar het Paradijs en de verhoogde status die hen daar is beloofd. Dat deze belofte omtrent het Paradijs een ontzettend bruikbaar middel is voor een valse profeet die mensen nodig heeft om zijn Rijk op bloedige wijze uit te breiden, is voor iedere objectieve toeschouwer duidelijk.
In het volgende deel zullen we het gaan hebben over een zo mogelijk nog gevoeliger onderwerp: het doden van vrouwen en kinderen in de Islam. Is dit vanuit de jurisprudentie verboden punt, of verboden, tenzij?
Referenties
¹ Al-Qurtubi; Tafsir; Classical Commentary of the Quran, vertaald door Aisha Bewley; volume I, pagina 496
² Al-Nawawi, Minhaj et Talibin; a manual of Muhammadan law according to the school of Shafi, vertaald door L.W.C. van den Berg en E.C. Howard, p. 457.
³ Ibid. p. 458.
⁴ Ibn Rushd, Bidayat Al-Mujtahid, Volume 1, vertaling professor Imran Ahsan Khan Nyazee, p. 454
⁵ Ahmad Ibn Naqib Al-Misri, Umdat as-Salik wa ‘Uddat an-Nasik, vertaling: Reliance of the Traveler, vertaald door Sheik Nuh Ha Mim Keller, p. 600 (o9.1)
⁶ Ibn Rushd, p. 464
⁷ Al-Misri, p. 602 (o9.8)
⁸ Ibid, p. 603
⁹ Ibn Rushd, p. 455
¹⁰ Al-Mawardi, Al-Ahkam As-Sultaniyyah, The Laws of Islamic Governance, vertaling Asadullah Yate PhD, p. 60
(alle citaten zijn door Deo Volente NL vanuit de genoemde Engelstalige literatuur vertaald naar het Nederlands)